Minder registreren, meer tijd voor de patiënt

Gemiddeld besteden zorgverleners ruim 52 minuten van hun werkdag aan kwaliteitsregistraties. Dit is voor het merendeel bedoeld voor het afleggen van verantwoording en komt bovenop het bijhouden van de situatie van de patiënt. In een gezamenlijke studie - als onderdeel van experiment ZIRE (Zinvolle Registratie) - van het Radboudumc, Rijnstate en UMCG is onderzocht dat slechts 36% van deze registraties bruikbaar is voor het verbeteren van de zorg en dat de registratielast drukt op de motivatie van zorgverleners. Een artikel hierover is recent gepubliceerd in het internationale wetenschappelijke tijdschrift International Journal of Health Policy and Management.

In de ruim 52 minuten die zorgverleners kwijt zijn aan kwaliteitsregistraties, houden ze gemiddeld 91 kwaliteitsindicatoren per afdeling bij. Hier vallen 1380 variabelen onder. Maar liefst 24 partijen vragen om deze registraties, variërend van accreditatieinstellingen tot overheid en zorgverzekeraars. Er is 47% overlap tussen de uitvragen, maar de manier waarop moet worden ingevoerd en bijgehouden is niet uniform waardoor er veel tijd verloren gaat. In totaal wordt 57% voornamelijk geregistreerd voor verantwoordingsdoeleinden, 18% voor interne sturing en 25% met kwaliteitsverbetering als belangrijkste doel. Slechts 36% werd door zorgverleners als nuttig ervaren voor het verbeteren van de kwaliteit in de dagelijkse zorg. Resultaten van het onderzoek laten zien dat sommige registraties zelfs zorgen voor minder werkplezier en motivatie. Hoofdonderzoeker Marieke Zegers van het Radboudumc: “Het is hoog tijd dat zorgverleners en beleidsmakers met elkaar om tafel gaan zitten om hun informatiebehoeften op elkaar af te stemmen. De hoeveelheid en inefficiënties frustreren zorgverleners. ”

Pijn registreren als er geen pijn is

Zorgverleners gaven tijdens het onderzoek aan tegen welke registraties ze aanliepen. Verpleegkundigen en artsen vinden het vervelend als ze, terwijl ze aan het bed van een patiënt staan, alleen maar naar een scherm kijken waarop zaken geregistreerd moeten worden. Hierdoor kijken ze de patiënt veel minder aan, wat voor zowel patiënt als zorgmedewerker niet prettig is. Een andere opmerking die veel terugkwam, is dat gemeten moet worden wat niet logisch voelt. Bijvoorbeeld het registreren van een pijnscore, terwijl er geen sprake is van pijn. Of het opnemen van doorligwonden bij iemand die voor een dagbehandeling komt, of het meten van ondervoeding bij jonge, gezonde mensen die voor een simpele behandeling als een amandeloperatie opgenomen worden. Sommige zorgverleners gaven aan zo niet meer te leren om op hun gevoel te vertrouwen, maar alleen maar op de scores.

Experiment Zinvolle Registratie (ZIRE)

In het Radboudumc deed de afdeling Intensive Care mee aan het onderzoek. Hier worden in plaats van 102 indicatoren nog maar zestien indicatoren geregistreerd. “We hebben van de Inspectie voor de Gezondheidszorg (IGJ) de ruimte gekregen om de kwaliteitsindicatoren tijdelijk los te laten en samen met artsen, verpleegkundigen en ex-IC-patiënten te bepalen welke registraties echt nodig zijn. Als je je beperkt tot deze ‘kernset’ kun je de kwaliteit van zorg behouden, of zelfs verbeteren. Want tijd die je niet meer besteedt aan registreren, kunnen naar het daadwerkelijk verbeteren van de kwaliteit van de zorg gaan.”, aldus Marieke Zegers. Het onderzoek dat door de drie ziekenhuizen (UMCG in Groningen, Rijnstate in Arnhem en het Radboudumc in Nijmegen) is uitgevoerd is onderdeel van ZIRE (Zinvolle Registratie), waarin geëxperimenteerd wordt met het reduceren van het aantal registraties. Het experiment wordt uitgevoerd onder auspiciën van de NFU-consortium Kwaliteit van Zorg en Zorginstituut Nederland. Het rapport met resultaten en aanbevelingen verschijnt in het najaar.

Publicatie in International Journal of Health Policy and Management: Perceived Burden Due to Registrations for Quality Monitoring and Improvement in Hospitals: A Mixed Methods Study – Marieke Zegers, Gepke L. Veenstra, Gerard Gerritsen, Rutger Verhage, Hans J.G. van der Hoeven, Gera A. Welker. Online beschikbaar (open access).