Hoe krijg je anderen mee?

Veertien afgestudeerden NFU-master ‘Kwaliteit en veiligheid in de patiëntenzorg’

De een is cardio-anesthesioloog en sectorhoofd in het Erasmus MC, de ander IC-verpleegkundige en voorzitter van de VAR in het UMC Utrecht. Maarten ter Horst en Ivon Hogendoorn.

Samen met 12 andere deelnemers ontvingen ze hun masterbul op 10 februari 2023. Deelnemers kwamen uit alle umc’s. Daarnaast waren er nog deelnemers uit het St. Antoniusziekenhuis en het IJsselland-ziekenhuis.

Twee verschillende verhalen van twee verschillende mensen over dezelfde opleiding: de NFU-master ‘Kwaliteit en veiligheid in de patiëntenzorg’. Allebei zijn ze enthousiast. Allebei hebben ze veel geleerd.

Toch was voor Ivon Hogendoorn deelname geen uitgemaakte zaak. “Nee. Ik kende meerdere oud-deelnemers die erg enthousiast waren. De opleiding bracht hen de tools, de ruimte en het zelfvertrouwen om initiatieven te nemen, om dat podium te pakken en te houden. Maar ik moest wel een drempel over, kan ik het wel? Ik dacht, ik ga het gewoon proberen.”

Maarten ter Horst ervoer die drempel niet. “Ik was al betrokken bij een aantal kwaliteitsprojecten maar ik deed dat op gevoel. Ik wilde leren hoe je anderen méékrijgt.” En dát leerden ze tijdens de master ‘Kwaliteit en veiligheid in de patiëntenzorg’.

“Ja, 100%”, zegt Ivon Hogendoorn, “Ik leerde bijvoorbeeld hoe je naast je eigen perspectief en je eigen belangen ook die van anderen moet onderzoeken en meenemen.”

Luisteren. Ontzorgen
Maarten ter Horst beaamt dat. Hij geeft een voorbeeld uit zijn eigen praktijk. “Een van de onderdelen van de master is het opzetten en uitvoeren van een kwaliteitsverbeterproject. Samen met het projectteam implementeerde ik softwaretechnologie die eraan kan bijdragen dat het aantal medicatieregistratiefouten daalt. Ik leerde hoe belangrijk scholing en communicatie is. En dat je rekening moet houden met ieders karakter. In ieder project werk je met mensen die de verandering niet zien zitten. Hoe krijg je ook hen mee?” Hij beantwoordt de vraag zelf: “Luisteren naar de argumenten. Waarom wil iemand zich niet aanpassen? Aanspreken. Misschien waarschuwen: ‘Let op: je krijgt een probleem als het nu mis gaat.’ Maar het beste is natuurlijk: laat zien dat het nieuwe systeem makkelijker en veiliger en sneller is. Je moet mensen ontzorgen.”

Succesfactoren
Het verbeterproject van Ivon Hogendoorn betrof het overleg dat men standaard op de IC in het UMCU doet als een patiënt er een week is opgenomen. “We noemen dat de ‘Time out’. We staan in een multidisciplinair overleg stil bij de vraag: is de zorg die we hebben ingezet gewenst en passend? De IC-verpleegkundige vertegenwoordigt in dat overleg het perspectief van de patiënt en diens naasten. Althans, dat is de bedoeling. Bij aanvang van het project bleek dat in maar 13% van de time-outs de verpleegkundige aanwezig was. En dan nog vaak passief. Daar heb ik mijn verbeterplan op losgelaten. Daarna werd het 50% en was de bijdrage een stuk groter. Er waren een paar succesfactoren. Het bleek bijvoorbeeld dat verpleegkundigen het moeilijk vonden om van de afdeling weg te gaan. En dat ze niet precies wisten wat hun rol in dat overleg was. Bovendien hadden ze het gevoel dat ze de patiënt onvoldoende kenden om die rol te vervullen. We hebben die factoren aangepakt. Door bewustwording van het belang van goede dossiervoering. Door scholing. En wat ook belangrijk bleek: een expliciete uitnodiging van de medisch specialist hielp. Iemand moest zeggen: ‘Jouw aanwezigheid en perspectief is noodzakelijk. Het zou heel fijn zijn als je erbij kunt zijn.’”

Een zetje
Een onderdeel van de master is de zogenaamde ‘vrije ruimte’: een kleine 200 uur die je als student zelf moet invullen en waarvan je de opbrengst moet verantwoorden in een portfolio. Voor Maarten ter Horst was dat het minste deel. “Ik vond de vrije ruimte een beetje een verplicht nummer. Ik had al moeite om de opleidingsdagen te realiseren binnen mijn schema. Maar ik heb bijvoorbeeld mijn basiskwalificatie ‘Onderwijs’ in die uren kunnen doen.”

Ivon Hogendoorn laat een vuistdik portfolio zien. “Ik vond het geweldig. Ik ben helemaal losgegaan. Ik heb op een aantal aspecten coaching gedaan, ik bezocht een internationaal congres en deed een minor Bestuurskunde.’ Ik heb deze master gedaan om kwaliteitsprojecten beter te kunnen aanpakken maar ook voor mijn persoonlijke ontwikkeling. Je kreeg bijvoorbeeld al bij de start de opdracht om een mentor te zoeken buiten je eigen organisatie, iemand tegen wie je opkijkt. Ik zou dat nooit zomaar doen. Maar je krijgt een zetje. Ga maar.”

En nu? Maarten ter Horst is onlangs voorzitter geworden van de commissie die een leidraad gaat ontwikkelen over het gebruik van (anti)stollingsmiddelen bij cardiochirurgische operaties. We willen landelijk een meer uniforme aanpak. En ik ben voorzitter geworden van de commissie die de foutmeldingen (MIP) behandelt.”

Ivon Hogendoorn weet het nog niet precies. “Maar ik heb een ding wel geleerd: je bent zelf in charge. Je kunt mopperen als je vindt dat iets beter kan maar je kunt er ook mee aan de slag gaan.”